De Burgerij
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een glas met Klaas
Ik dronk een glas met Pier
En sprong er aardig uit de band
Die klaas hij voelde zich een Dante
Die peer wou Casanova zijn
En ik de superarrogante
Ik dacht dat ik mezelf kon zijn
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur
pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerkliek
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe …
(…)
De burgerij (Les Bourgeois)
Tekst: Jacques Brel, vertaling: Ernst van Altena.
Muziek: Jean Corti 1965 “J’arrive”
Een restaurant dat zich hotel noemt. Vreemd?
Van de week 30 jaar geleden overleden.